Mijn favorieten
Mobiel menu openklappen

Waar ben je naar op zoek?

Generic filters
Exact matches only

Kasteel Merckensteijn

Het kasteel in Est zou gestaan hebben ten noorden van de Dreef. Hier is weinig van bekend. De eerste mensen genoemd als eigenaren van Merckenstein zijn Otto van Tuyl, deze droeg in 1491 het leen van huys Merckenstein op aan zijn broer Hendrik. Voorheen was het een allodiaal goed. Dat wil zeggen dat het een vrij eigendom was.

Al in 1350 duikt de naam Est in de archieven op. Een schenking van en vicarie (altaar) aan de kerk door de vrouwe van Est Agnes en haar zoon Jan van Est. Enkele jaren later in 1369 staat op en lijst die is opgesteld voor het in kaart brengen van huiseigenaren de heer Henric van Est vermeld. Dit is waarschijnlijk de zoon van Agnes en Jan van Est. Verder lezen we op deze lijst dat zij gerekend worden tot de landadel. Vader en zijn zonen Jan en Henric van Est zijn in 1377 medeondertekenaars tussen het verbond van de edelen in Gelre.

De eerste Gelderse successieoorlog, was een strijd tussen twee dochters van Reinald II (beide gevaardigde voor het bestuur van het hertogdom Gelre). Naast de Bronckhorsten (het kamp dat Machteld in deze strijd steunt) steunen dus ook Jan en Henric deze strijd. Henric was in 1384 getuigen van het huwelijk van Jan van Cuijk en Johanna bastaard dochter van Willem van Gelre (Willem is de zoon van Maria de zus van Machteld, dus de tegenpartij in de eerste Gelderse successieoorlog). Henric wordt in 1385 nog beleend met het kasteel het Hoge huis in Beesd. En overleed kinderloos rond 1390.

Via de 3 families die via familieverbanden (de Cock van Opijnen, Van Cuijk en Van Tuyl recht hadden op de erfenis kwam de heerlijkheid Est met kasteel het hoge huis in Beesd in handen van de van Cuijks (ook wel van Malsen genoemd). Johanna van Cuck van Opijnen was dan ook in 1395 eigenaresse van de heerlijkheid. Deze vrouwe werd zij rond haar 30e levensjaar min of meer gedwongen te trouwen met een minderjarige bastaardzoon van Willem van Geldre. Maar op 15 december 1400 werd dit huwelijk ontbonden en verloor zij hierdoor bijna al haar goederen. De hertog van Gelre had na de dood van Johanna in 1428 een nieuwe leenman nodig en dit werd door trouwe dienst aan de hertog, Gijsbert van Tuyl. Na het overlijden van Gijsbert werd Reyner van Tuyl heer van Est.

Na de dood van Reyner I via zijn zoon Gijsbert en diens zoon Reyner II naar de dochters Ysentruit en Heilwich kwam de heerlijkheid Est in hun bezit. Bij leven van Reyner II  komt via een koopacte die hiervoor opgesteld was het bezit naar de zussen toe. De koopacte beschrijft het volgende: Een huis en hofstede met duiventil genaamd ”de Hoiff” te Est en het land en het onderhouden van hun vader tot zijn dood. Rond 1563 komt de heerlijkeheid in handen van de ambtsman Cleas van Vijgh. Met deze Cleas van Vijgh verandert er wat voor het dorp. Het dorp had nadat de voor gaande families die in het dorp woonde nu een heer die elders woont.

Reyner I had als leenheer de volgende rechten en plichten.

Rechten: De Dorpelingen zijn verplicht een aantal dagen in het jaar voor de heer of vrouwe van het dorp te werken. De rechten van de heer bestond uit het benoemen van een schout, de pastoor en kerkrentmeester. Het recht op de wind; de zogenaamde molendwang, iedere dorpeling was verplicht het graan op de molen van de heer te laten malen, zodat de heer daar inkomsten uit trok. Lage rechtspraak viel onder zijn bevoegdheid, waarvan de heer een deel van de boetedoening voor zichzelf mocht houden. De ”dagelijkse” heerlijkheid is het stelsel waaronder deze rechten vielen.

Plichten: Door een groeiende macht van de Gelderse huizen, werden steeds meer kastelen en heerlijkheden aan de hertog opgedragen. Vervolgens werd dit bezit tegen geringe vergoeding door de hertog als leen teruggegeven. De leentrouw die hierdoor ontstond betekende dat hij verplichtingen aan zijn landheer had. De plicht die ”de klokkenslag” hete, betekende voor de leenheer dat wanneer de hertog hem nodig had, hij door het luiden van de klok, hij weerbare mannen opriep en met hem op moest komen draven bij een oorlog of watersnood.

Bronnen: https://www.genealogieonline.nl/voorouders-streefkerk/I74407.phphttps://nl.wikipedia.org/wiki/Eerste_Gelderse_Successieoorlog, 350 jaar Meteren en Est G. Hamoen.

Kasteel Merckensteijn is onderdeel van de kastelenroute West Betuwe 2: Waalroute, welke tot stand is gekomen door Stichting Kunst & Cultuur West Betuwe (SKCWB) m.m.v. de Historische Kring West Betuwe. Kijk hier voor meer informatie over de kastelenroute.


Lees meer
Delen: